woensdag 5 maart 2014

HOEKERSCHIP. WAS IS DAT?

DE HOEKER GING ZES EEUWEN MEE.


De hoeker is een middelgroot zeilschip dat ook de Vereenigde Oost-Indische Compagnie werd gebruikt.



Dit zeewaardige zeilschip werd vanaf de middeleeuwen tot in de 19e eeuw gebruikt voor visserij en handelsvaart.

De oudste vermelding van dit soort schip is uit een Vlaams geschrift uit 1269 , waarin men spreekt over de "heckre'. het woord wordt verondersteld te zijn afgeleid van de visserij met hoeklijnen.

Aanvankelijk was het een klein open vaartuig, maar in de 16e eeuw werden er forse gedekte scheepjes mee aangeduid, veelal met het typerende anderhalf-masttuig, dat later bekend werd als het hoekertuig.
( Tekening van een Hoeker uit de 18e eeuw.)

Dit hoekertuig bestond uit een grote mast met razeil op de halve scheepslengte, en een bezaansmastje op het achterschip. Dit tuig werd later aangevuld door een lange boegspriet met voorzeilen, wat een goede ligging gaf bij zeegang, ruimte op het voordek en door het ver naar achteren staande want de mogelijkheid het grootzeil sterk aan te brassen bij het inzeilen van de beug. Het hoog aan de wind zeilen werd bevorderd door de lage kiel.
Behalve als vissersschip, met een bun, waren de hoekers ook in gebruik als koopvaarders, kapers, en konvooischepen ( escortevaartuigen). Enkele met 6 tot 14 kanonnen, voeren zelfs voor de VOC naar- en in Oost-Indiƫ.
Met de jaren werd het schip vergroot en voorzien met meerdere masten en zeilen. In de 18e eeuw waren er zelfs hoeker's met drie masten. het type schip maakte in de helft van de 19e eeuw plaats in de visserij voor de logger.
De laatste hoeker werd in 1886 uit de vaart genomen.

Links een tekening van een hoeker met 'Hoekertuig',
tuigage die voorkwam op de hoekers.
Het was een anderhalfmasttuig bestaande uit een midscheeps geplaatste grote mast, meestal een paalmast, en een kleine bezaansmast.
Op vishoekers tuigde de grote mast een breefok en een topzeil; op koopvaardij-hoekers een breefok, een marszeil en een topzeil. De bezaansmast voerde vroeger een driehoekig bezaantje, later een gaffel-
zeil zonder boom.
Op de lange boegspriet, verlengd door een kluiverboom, werden een fok, kluiver en buitenkluiver bijgezet.


( Hiermee sluit ik het artikel zeilschepen van de VOC af.)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten