donderdag 23 november 2017

ZUIDERZEE; DE BOSSU ZEESLAG 1573.

          

  TOEN HET  IJSSELMEER 

           NOG ZEE WAS.





HAARLEMMERMEER.

Midden juli 1573 verslaan de Spanjaarden de geuzenvloot op het Haarlemmermeer, waarna Haarlem niet bevoorraad kan worden en moet capituleren. Maar het tij keert ten gunste van de opstandelingen tegen het Spaanse gezag.
De Spaanse troepen druipen af na een mislukt beleg van Alkmaar nadat de watergeuzen de polders onder water hebben laten lopen.
Bij Alkmaar begon de "Victorie". De watergeuzen blokkeren nu de Rijn, de Schelde, het IJ bij Amsterdam en de Zuiderzee.
Hierdoor dreigt de hertog van Alva financieel in de problemen te komen. Hij besluit tot een tegenaanval. Op 14 september 1573 beschieten Spaanse schepen schansen van de watergeuzen in Noord-Holland. Alva wil de vijand op de Zuiderzee verjagen, maar door het slechte weer moet hij zijn plan enkele weken uitstellen. De geuzen krijgen zo de kans hun verdedigingswerken, zoals bij Schellingwoude, te herstellen.

SLAG OP DE ZUIDERZEE.



(Hertog van Alva.)

Op 1 oktober lukt het de Spanjaarden (dit zijn voornamelijk Amsterdammers)  in opdracht van Alva onder leiding van Bossu, Amsterdam te verlaten en via openingen tussen de zinkschepen het IJ.  De zinkschepen hadden niet de gehele doorgang verspert.
De schepen van de watergeuzen, onder leiding van Cornelis Dirkszoon, de burgemeester van Monnickendam patrouilleren  bij Pampus en zeilen naar Marken om Bossu naar open water te lokken.
Bossu weet met zijn 18 schepen en een groot aantal transportschepen de schans bij Schellingwoude te bereiken en te bezetten.
Hierop keert hij terug naar Amsterdam.


Na zijn besprekingen in Amsterdam met de hertog van Alva vaart Bossu op  5 oktober wederom uit, nu met het doel  om zich te verenigen met een in Friesland uitgerust eskader en vervolgens de Zuiderzee van opstandelingen te zuiveren.
Bossu komst in aanraking met de Noord-Hollandse vloot onder bevel van Cornelis Dirkszoon bij het eiland Marken.
De Noord-Hollandse vloot had er voor gekozen om Bossu te treffen in open water en daarom bij de aanval op Schellingwoude niet had ingegrepen. Voor het eerst schieten beide vloten op elkaar.
De eerste gevechtsdag verliep voor Bossu betrekkelijk gunstig: één van zijn schepen werd veroverd, maar later weer hernomen.
De volgende vijf dagen wordt er nauwelijks gevochten: doordat Bossu de loef had, konden de Noord-Hollandse schepen de zijne niet naderen om te enteren, terwijl hij wel gebruik kon maken van zij artilleristisch overwicht.
Aan beide zijde vallen veel slachtoffers. De strijd is onbeslist.



De volgende dagen is de wind ongunstig om te enteren. Toen de schepen op zondag 11 oktober Hoorn voorbij waren gezeild, draaide de wind voor de geuzen in een gunstige richting, waarvan Cornelis Dirkszoon gebruik van maakte om met zijn vlaggenschip dat van Bossu, de 'Inquisitie' te enteren, welk voorbeeld door twee andere schepen werd gevolgd.
De 'Inquisitie' loopt enige tijd later vast op een zandplaat bij de Nek van Wijdenes. De watergeuzen krijgen tijdens de gevechten de overhand doordat zij vanuit nabij gelegen stad Hoorn nieuwe manschappen en munitie krijgen aangeleverd. Na hardnekkige strijd gaf Bossu zich in de namiddag van 12 oktober over op conditie van lijfsbehoud voor hem en de zijnen. Cornelis Dirkszoon raakt bij dit gevecht gewond en schipper Jan Floor neemt het bevel van hem over.

Een zekere Jan haring doet tijdens de zeeslag van zich spreken door in het wand van het vlaggenschip van Bossu, de 'Inquisitie' te klauteren, de admiraalsvlag los te snijden en de prinsenvlag te hijsen. Tijdens het naar beneden klimmen, raakt een kogel hem in de borst en dood valt hij in zee.



Zijn vrienden halen zijn lichaam uit het water en dragen hem nadat de gevechten zijn beëindigd, in een open kist naar het stadhuis, waar velen hem de laatste eer bewijzen. De admiraalsvlag wordt in de toenmalige Grote Kerk opgehangen.

Het strijken van de admiraalsvlag betekende het einde van de zeeslag. Van de overige schepen van de vloot van Bossu, die zich in het algemeen zwak verweerden, werd een vijf- of zestal genomen, de overige, waaronder de schepen van Bossu's onderbevelhebbers Van Boschuysen en Jan Simonszoon Rol, vluchten terug naar Amsterdam. 
Door dit gevecht verwierven de aanhangers van de Prins van Oranje de onbetwiste heerschappij op de Zuiderzee; de blokkade van Amsterdam bleef gehandhaafd tot 1578, wat belangrijke economische gevolgen met zich meebracht.

(Cornelis Dirkszoon.)

De gevangen genomen zeelieden van de Spaanse vloot werden geruild tegen de mannen die de Spanjaarden na de slag om Haarlem hadden vast gezet. Na de verloren slag op de Zuiderzee probeerden Spaanse soldaten vanuit Amsterdam het Waterland en de Zaanstreek te veroveren met de bedoeling om door te stoten naar West-Friesland. Veel burgers komen hiebij om het leven en slaan op de vlucht.
Maximiliaan de Hennin, heer van Bossu, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht wordt gevangengezet in het Weeshuis aan de Korte Achterstraat in Hoorn.
De oranje gezinde geuzen veroveren steeds meer gebieden in Noord-Holland.
Na de Pacificatie van Gent in 1576 loopt Bossu over naar de geuzen.



Cornelis Dirkszoon wordt in 1572 burgemeester van Monnickendam en tevens admiraal van de geuzen in Noord-Holland.

HET SCHILDERIJ.


De raad van de zeven belangrijkste steden van West-Friesland, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Edam, Monnikendam en Purmerent, geven in 1662 opdracht een groot schilderij van de slag op de Zuiderzee te maken. Jan Theuniszoon uit Alkmaar krijgt de opdracht. Drie jaar later is het klaar. Kosten 800 gulden voor het schilderij en 575 voor de fraaie houten lijst.
Het hangt heden nog steeds in het Statenlogement van Hoorn.

Links van de 'Inquisitie'ligt het fregat van kapitein Pieter Back uit Hoorn en rechts het schip van kapitein Jan Trynties uit Enkhuizen. Het schip met de oranje vlag dat achter de 'Inquistie' naar rechts vaart is vermoedelijk van kapitein Boer uit Schellingwoude. Vanuit dit kleine schip probeert men tevergeefs de 'Inquisitie' te veroveren. Het lukt niet het grote schip te enteren. Op de achtergrond links overvaart het schip met de gebalde zeilen een galei uit Amsterdam.



De stad Hoorn schenkt in 1619 het zogeheten Bossuraam dat de Slag op de Zuiderzee uitbeeldt aan de Oosterkerk van Hoorn. OP de afbeelding enteren de watergeuzen het schip van Bossu.

(De afbeeldingen in de twee afbeeldingcollage's zijn van de gevelfriesen van de drie 'Bossuhuizen' aan de Slapershaven te Hoorn.)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten